“When we up in the club – all eyes on us” – Will.I.Am
De nieuwe Einstein is een Research Jockey die zijn verschillende electronische onderzoeksresultaten mixt tot een online wetenschappelijke publicatie. Hadden krijt en pen al eerder afgedaan, de wetenschapper van nu redt het ook niet meer met MS Word. Studenten vragen om video, 3D, en geo maps; ze zitten niet meer in de collegezaal, maar in de club van Van Nieuwkerk (DWLD), achter het tweede scherm, verspreid over de hele wereld. Ze volgen MOOCs: college via internet, lezen e-publicaties op hun tablet en smartphone en selecteren hun docenten kritisch.
Diverse podia, geen ‘helping agents’
De nieuwe Madame Curie wringt zich in allerlei bochten om studenten, publiek, collegae, media, funders en private partners te behagen, want ook wetenschap ontkomt niet aan de maatschappelijke normen die gesteld worden aan overheidsgefinancierde diensten.
Ondertussen worden de conservatieve wetenschappelijke tradities nog steeds gehandhaafd: academische resultaten moeten voortbouwen op gerenommeerd onderzoek, en worden alleen naar buiten gebracht als deze “peer-reviewed” zijn. Het prestige van een onderzoeker hangt af van zijn citatiescore, en zijn optredens op de juiste populaire en wetenschappelijke podia.
Van Faculty Club tot Publishing House
Hoewel de hierarchie in de Faculty Club onverminderd hoog is, zijn de wetenschapspodia in het laatste decennium sterk veranderd en veeleisender geworden. Het oude publishing model verdwijnt: de tijd dat onderzoekers hun resultaten en reviews gratis aan tijdschriften konden schenken om ze vervolgens via dure abonnementen door de universiteitsbibliotheek weer te laten binnenhalen is voorbij. Resultaten moeten online en zoveel mogelijk Open Access toegankelijk zijn. Wetenschapsredacties worden opgeheven, universiteitsbibliotheken sluiten, terwijl de behoefte aan informatiemanagement en –expertise alleen maar toeneemt. De nieuwe onderzoeker staat steeds vaker alleen in ‘da Publishing House’ om zijn e-publicatie te produceren.
Literary Jockeys (LJ’s) & amateur science
Neerlandici moeten hun poëzie en proza voor het oudste literaire podium “De Gids” al sinds een jaar uitbrengen op krantenpapier (als bijlage van de Groene Amsterdammer).
Voor de nieuwe Vondel startte de Gids dit voorjaar een online schrijfspel (www.gidsgame.nl), waarbij tekst wordt gemixt met beeld en geluid. Door ‘likes’ van mede-schrijvers en het publiek verdient de schrijver zijn ‘credits’; hij moet dan wel aan zelf-promotie doen via social networks (Facebook, Twitter). Peer-review van auteursbijdragen wordt nog wel door de Gids redactie uitgevoerd. De schrijver stelt zijn eigen profiel op voor zijn publiek en die schrijver mag ook amateur zijn (kijk maar: gera_p).
Clubs met entreeprijs
Nieuwe electronische Open Acces tijdschriften als PlosOne lokken de Publish-It-Yourself (PIY) beta- en gammaonderzoeker met een wereldpubliek en publicaties in e-Pub2 formaat, maar vooraf moet die onderzoeker dan wel even de buidel trekken. Voor niets gaat de zon op.
Publiekstrekkers als “De Wereld Draait Door” rekruteren wetenschappers voor hun programma. Ze willen de primeur van baanbrekend onderzoek, want het publiek ‘wants it now’. Maar wel met ‘schwung’ en de juiste hoge hakken. Linnaeus zou alleen nog binnen komen met headphones van “The Beats by Dr. Dre”.
Relaties op de dansvloer
Laat maar zien, zegt NWO, dat je onderzoek multidisciplinair en vernieuwend is. Haal alles uit de kast en mix het tot een begrijpelijke product. Verleid je publiek.
NWO heeft haar eigen “Bessensap”-dag om onderzoekers in contact te brengen met de pers. Want zonder journalistieke aandacht geen publiek en zonder publiek geen geld. Promotie doen is praten met de pers.
Pluggen die hap
Om te kunnen concurreren met andere werelddelen wil de EU dat Europese bedrijven sneller aan de slag gaan met lucratieve onderzoeksresultaten. ‘Valorisatie’ van resultaten maakt onderdeel uit van het het huidige universitaire businessmodel. Dus moeten onderzoeksresultaten vergezeld gaan van alle bijbehorende data, en in hapklare brokken zo snel mogelijk de (beurs)vloer op. Het liefst in een dansbare mix. Pluggen die hap.
Gezondheids top 40
Ook de nieuwe Madame Curie stemt haar academische mix af op haar publiek: in de gezondheidszorg bepalen patiënten mede het geluid op de onderzoeksvloer. Patientenverenigingen betalen mee aan onderzoek en zitten deels zelf aan het stuur. Patiënten met Crohn en Colitis hebben stemrecht en bepaalden dit jaar online aan welk onderzoek hun geld moet worden besteed. Hun iTunes top 40 bepaalt de dansmix in de onderzoeksgroep.
Samples en auteursrecht
Phd-studenten hebben hun ivoren toren al lang verruild voor een eigen Facebookpagina en populair blog, zodat ‘samples’ van eigen werk zo snel mogelijk bij het publiek komen. Wetenschap leunt sterk op het werk van haar voorgangers. Het is ondoenlijk om bij te houden wat er allemaal wordt geproduceerd. Ondoenlijk om te verifiëren of je echt de eerste bent met het ontleden van jouw speld in de hooiberg. Probeer er ook nog maar eens een oorspronkelijk geluid aan toe te voegen. Zonder auteursrechten te schaden, want plagiaat is uit den boze. De duimschroeven worden bij wetenschappers net als bij wielrenners steeds verder aangedraaid. De eerste epo-gevallen zijn ook in de onderzoekswereld een feit.
RTFM en draaitafels in beta
Publish-It-Yourself. Inclusief alle data. Voor de wetenschappers staan draaitafels klaar, maar je moet die wel weten te vinden en een laagdrempelige gebruiksaanwijzing van het club-lab ontbreekt.
Gebruik van apparatuur is niet innovatief en opleiding wordt niet gefinancierd.
Technology-push wordt ‘gefund’, inclusief gebruikerspilot. Zo mag leverancier van innovatieve IT voor onderzoek en onderwijs, SURF, niet alleen ‘uitvinden’, maar moet zij via gebruikerspilots aantonen dat nieuw ontwikkelde technieken ook implementeerbaar zijn. Na de ‘beta-release’ moet de onderzoeker of zijn universiteit het verder zelf uitzoeken.
‘s Zondags achter het mengpaneel?
De huidige onderzoeker is verworden tot een Research Jockey die oude en nieuwe onderzoeksresultaten mixt tot een e-publicatie. Voor deze RJ’s bestaat apparatuur, maar mixen zit niet in het pakket van de onderzoeker en er is nauwelijks ondersteuning. NWO heeft een Open Access potje om je eigen publicatie te ‘funden’, maar wie helpt de onderzoeker bij het mixen en produceren? De universiteitsbibliotheken richten zich meer op auteursrechten en duurzaamheid van data. De IT-afdeling staat niet in de club en levert hooguit de apparatuur. Voor bedrijven is dienstverlening aan onderzoekers nauwelijks lucratief. Het is een niche, die veel domeinkennis vraagt en budget is er eigenlijk nooit. Onderzoeksondersteuning is een hobby van PhD-studenten en ‘altruïsten’ of ‘zittenblijvers’: ondersteuners die geen wetenschappelijke credits oogsten, maar zo goed en zo kwaad de hoogleraar en zijn crew helpen met apparatuur en software.
Eén loket voor de Research Jockey
In het EU rapport “Riding the wave” roept Neelie en haar High Level Expert Group op om datastewards en datascientists op te leiden. Want de nieuwe onderzoeker publiceert al zijn resultaten zoveel mogelijk open en transparant. Deze onderzoeksdata moeten beter gemanaged worden, vindt ook NWO. Onderzoekers krijgen alleen nog geld als zij een datamanagement-plan opstellen. De onderzoeker van vandaag heeft een mix van data in zijn platenkoffer en staat onder druk om er dansbare e-publicaties van te maken. Het vak van Research Jockey kent echter zoveel aspecten dat niet verwacht kan worden dat onderzoekers dit er even bij doen en er is nog geen loket waar de onderzoeker kan aankloppen.
ISeeTea streeft naar een not-for-profit platform met e-publicatieservices voor Research Jockeys. Hierboven leg ik uit waarom ik denk dat dit nodig is.